Hoewel de Eerste Slag om Ieper als afgelopen werd beschouwd in november 1914, werden er nog lokale kampen uitgevochten om betere posities te bemachtigen. Zo slaagden de Duitsers erin een heuvel naast de spoorwegbedding Komen-Ieper op de Fransen te veroveren. Die heuvel in Zillebeke werd op 10 december 1914 door de Duitse 39ste Divisie veroverd op het Franse XVIème Corps d'Armée ( 16e Legercorps).
Die hoogte was voor de Duitsers een uitgelezen observatiepost om de militaire bedrijvigheid van de geallieerden ten zuiden van Ieper te bespieden. In februari 1915 werden de Fransen in deze sector afgelost door de Britten en kreeg die heuvel zijn gevreesde naam: 'Hill 60' (60 verwijst naar de hoogtelijn). Blijkbaar hadden ook de Fransen, al dan niet met succes, proberen de Duitsers die zich op de heuvel bevonden te ondermijnen, want de Britten maken gewag van 'oude Franse kraters'...
Men spreekt altijd over de Britten, maar men mag niet vergeten dat in 1914 en 1915 ook de Fransen een belangrijke rol hebben gespeeld bij de gevechten rond Ieper. Tijdens de zogenaamde vergeten winter van 1914-15 namen ze zowat de hele Ieperboog van de Britten over. Op een bepaald moment bedroeg de frontbreedte die de Britten hielden niet meer dan 32 km terwijl dit voor de Fransen meer dan 500 km bedroeg. De Franse troepen die de boog rond Ieper bezetten lagen vanaf Steenstrate tot aan 't Hooge.
De hier aanwezige Franse troepen verzuimden het om een degelijke frontlijn met reserve- en verbindingsloopgraven aan te leggen. Meestal verbonden ze mitrailleurposten, schuttersputten en stukken loopgraaf met prikkeldraadversperringen. Een ander minpunt van de Fransen was hun gebrek aan hygiëne! Wanneer op 22 april 1915 de tweede Slag om Ieper losbarstte, slingerden er op het slagveld nog heel wat onbegraven en rottende lijken rond van omgekomen Fransen en Duitsers. Zelfs nog van doden uit de slag die hier een zestal maanden geleden uitgevochten werd. Op sommige plaatsen waren er zelfs lichamen ingebouwd in de versterkingen. Als er dan al eens ergens verbindingsloopgraven aanwezig waren, dan werden die vaak als toilet gebruikt. De lijkengeur, de stank van feces en andere vuiligheden was dan ook echt onuitstaanbaar.
Toen de Canadezen en Britten in het voorjaar van 1915 hier een deel van het Franse front overnamen begonnen ze zo vlug mogelijk met het ontsmetten van het gebied en met de aanleg van een efficiënter loopgravensysteem.