Gallipoli (Turks: Gelibolu) is een schiereiland in het zuiden van Europees-Turkije, tussen de Golf van Saros en de Dardanellen. Tijdens de oorlog behoorde dit schiereiland tot het Ottomaanse Rijk dat een bondgenoot was van het toenmalige Duitse keizerrijk. Het Ottomaanse Rijk werd gezien als de zwakste Centrale oorlogsdeelnemer omdat het al een eeuw lang met een zwakke economie, gebrekkige infrastructuur, interne opstanden en militaire nederlagen kampte. De Britse Oorlogsraad wou een derde front openen in Turkije, want de loopgravenoorlog in het westen was vastgelopen en er was geen uitzicht op een snelle overwinning. Aan het Russische front, het tweede front, vlotte het ook niet. Rusland was door de slag bij Tannenberg verzwakt en kon voorlopig geen actie meer voeren. De Russische tsaar stuurde de Britse minister van oorlog, Lord Kitchener een telegram waarin hij vroeg of de Britten een actie tegen de Turken konden ondernemen.
Op 2 januari 1915 besprak Kitchener dit Russische verzoek met de Britse minister van Marine Winston Churchill. Nog dezelfde avond stuurde Kitchener een antwoord aan de Russische tsaar terug, waarin hij een actie tegen de Turken toezegde, maar wat hij met die actie bedoelde, vermeldde hij niet. Churchill wou met een Brits - Franse vloot een maritieme doorbraak forceren bij de Turkse Dardanellen. Deze gezamenlijke Brits - Franse operatie werd opgezet om de Ottomaanse hoofdstad, Istanbul, het vroegere Constantinopel te veroveren en om een zeeroute naar Rusland veilig te stellen.
Na een aantal vloot aanvallen vanaf 19 februari tot 18 maart 1915 bleek duidelijk dat de Britse Marine er niet in zou slagen om Constantinopel te bereiken zonder hulp van een groot landleger. Eind februari waren de kanonnen van het Turkse fort Ertugrul Tabyasi buitenwerking gesteld en de Turken verdreven uit de forten bij de ingang van de zeestraat. De zee-engte in de Dardanellen ('The Narrows') was voor de geallieerde marine echter duidelijk onneembaar. Op 10 maart 1915 besloot Kitchener om de 29e Divisie naar de Dardanellen te sturen, samen met de Royal Naval Division (RND) en enkele eenheden van het Australian and New Zealand Army Corps (ANZACs) Twee dagen later werd generaal Ian Hamilton ontboden op het ministerie van Oorlog, waar Kitchener hem vertelde dat hij het bevel op zich moest nemen van de Mediterenian Expeditionary Forces (MEF) die naar de Dardanellen zou worden gestuurd ter ondersteuning van de geallieerde vloot die daar strijd leverde om de doorvaart door die zeestraat. Hamilton vertrok de volgende dag, op 13 maart, uit Londen samen met een aantal inderhaast opgetrommelde officieren die deel zouden uitmaken van zijn staf. De Britse generaal kende het strijdgebied niet en moest zijn informatie over de streek uit toeristische folders halen, en er werd hem een verouderd handboek over de Turkse strijdkrachten ter beschikking gesteld. De in Londen beschikbare kennis over de opstelling van het Turkse geschut en de Turkse posities op het schiereiland werden hem niet gegeven. De bevelhebber van de Franse grondtroepen was Franse generaal Albert d'Amade. Het landleger moest het schiereiland van Gallipoli veroveren zodat de Marine daarna ongehinderd, nadat alle zeemijnen waren opgeruimd, door de Dardanellen kon opstomen naar Constantinopel.
De Slag om Gallipoli, ( Ook de Gallipoli Campaign, Dardanelles Campaign, the Battle of Gallipoli of the Battle of Çanakkale genoemd) zou uiteindelijk uitgevochten worden van 25 april 1915 tot 9 januari 1916. De slag zou een enorm aantal slachtoffers zowel aan geallieerde als aan Turkse kant eisen.