Bois d'Ailly  Frankrijk.
Monument Bois d'Ailly.
Bois d'Ailly Frankrijk.

In het bos van Ailly (Bois d'Ailly) gelegen onder de Franse stad Saint-Mihiel, ligt de legendarische Tranchée de la Soif (loopgraaf van de dorst).

 

In de lente van 1915, gaf het Franse oppercommando de opdracht om aan te vallen in de sector van het Bois d'Ailly. Op 19 mei 1915, om 10 uur 's avonds, waren de Franse troepen ter plekke. Overal explodeerden granaten, lichtkogels klaarden de donkere hemel op. Iedereen stond klaar en wachtte af  in de hoogste staat van paraatheid. Er werden heel wat voorbereidingsmaatregelen getroffen. De aanval moest op 20 mei, om 2 uur, losbarsten. Het was zover, de aanval zette zich in beweging! Commandant d'André liep op kop en samen met zijn mannen bezette hij vlot en redelijk vlug één loopgraaf, daarna twee, daarna drie, en toen een vierde. Ondanks de zware verliezen bereikte hij toch het noorden van het Bois d'Ailly, waar een nagenoeg lege loopgraaf werd aangetroffen. Dit was de vijfde.

 

"Ik ben er geraakt en ik ben van plan om te blijven,” zei commandant d'André vastberaden. Hij zond boodschappers naar achteren. Jammer genoeg, bereikte geen van allen hun bestemming, ze werden allemaal gedood of gevangen genomen. De Duitse kanonnen openden het vuur en creëerden zo een barrage achter de mannen van commandant d'André. Zo konden de Duitsers de commandant en zijn eenheid afscheiden van de andere Franse troepen, die daardoor, omdat ze hun exacte posities niet wisten, hun kameraden niet konden komen helpen. Nieuwe Duitse troepen, eenheden van de Pruisische Wacht, werden het veld ingestuurd.Commandant d'André slaagde erin om de vijfde loopgraaf, van waaruit Saint-Mihiel zichtbaar was, te behouden, maar hij hield ook stand in de vierde! Die vierde loopgraaf zou bekend worden als de ‘Tranchée de la Soif’ (loopgraaf van de dorst). De Fransen concentreerden hun defensies in la Tranchée de la Soif. De Duitsers wilden onderhandelen, maar de Fransen weigerden dit categoriek.

 

De volgende dag, de 21ste, ging het gevecht door. In de avond, lanceerde de Pruisische Wacht nog een hevige aanval, maar die werd tegengehouden. De lichamen van de doden en de stervenden lagen er op hopen. Op de 22ste was er opnieuw een Duitse aanval, die werd gestopt met alleen geweervuur, want er waren geen handgranaten meer over. De weinige voorraden de die de mannen op de 19de in hun broodzakken hadden meegenomen, waren op! Hun veldflessen waren al van op de vorige dag leeg. De poilus hadden honger, maar ze hadden vooral dorst! De hitte was verstikkend. Door de neerkomende en ontploffende obussen vloog de  aarde uiteen in droge stofwolken. De dorst werd erger, een echte lijdensweg. Het was zelfs onmogelijk om de lippen wat nat te maken. En ondertussen ging het gevecht door. Het doodden en sterven ging ongehinderd door!

 

Op 22 mei om 4 uur, hadden de Franse vechtjassen al drie dagen geen eten noch drinken meer gekregen, en ze hadden ook geen contact meer met hun kameraden. De Duitsers bleven maar doorgaan met zware aanvallen en dat tot ze er uiteindelijk toch in lukten om de Tranchée de la Soif in te nemen. Commandant d'André was de laatste van de weinig overgebleven manschappen van de 7e compagnie van het 172e Régiment d'infanterie, om de loopgraaf te verlaten.

 

Oorlogshumanist Paul Cazin (29e RI- 166e DI) beschreef zijn ervaring in het Bois d’Ailly als volgt:

“Het Bois d'Ailly was wit in het maanlicht. De dikke bossen, geveld door bijlen en verscheurd door granaten, gooiden dikke zwarte pluimen op in de romantische lucht. We sliepen buiten, in de wind." "Mijn compagnie moest een loopgraaf innemen. Ze vertelden ons dat die 70 meter van ons verwijderd was, het bleek meer dan 200 meter te zijn. We moesten eigenlijk kruipen, in stilte, maar iedereen stond op en schreeuwde. Mijn halve sectie behield de linker flank. Ik had zes man bij me toen ik de Duitse prikkeldraadversperringen bereikte, het was toen tussen 8 en 9 uur in de avond. Tegen 4 uur in de ochtend stapte ik over hun lijken. De eerste die ik zag had geen broek aan. Hij was in tweeën gescheurd, net alsof het door een slagersmes was gedaan. De tweede hing in een bosje. De anderen waren in de drek van modder en bloed gerold. Vervloekt is degene die niet de oorlog vervloekt!"


 

Meer artikels
Prowse Point Military Cemetery. 17-11-2014
Ploegsteert (Comines-Warneton) België.

Prowse Point Military Cemetery bevindt zich op de op de plaats waar in oktober 1914 de beide 1e bataljons van zowel het Hampshire Regiment als van  het Somerset Light Infatry Regiment  verbleven.

lees meer ...
Ruines 'Ferme de Beauséjour'. 22-09-2014
Mesnil-les-Hurlus. Frankrijk.

Op 14 september stopte de terugtocht van de Marne. De Duitsers bivakkeerden nu op de lijn Souain, Perthes, Le Messin, Hurlus, Beau-Séjour en Massiges. De gevechten werden hervat bij het krieken van de dag, het 7e R.I. probeerde opnieuw om Marson te naderen. Maar de vijandelijke weerstand was ondertussen al goed georganiseerd.

lees meer ...
Ruïne Duitse elektriciteitscentrale. 20-08-2018
Geluwe België.

Geluwe was voor de Duitsers lange tijd de laatste en vaak massaal bezette kwartiergemeente op de beruchte Ypernstrasse en de Menin Road.

lees meer ...