Hooge (Zillebeke) Ieper  België.
Hooge Crater Cemetery.
Hooge (Zillebeke) Ieper België.

09.06.1915. We wandelden met intervallen van ongeveer 180 meter 'om niet ook maar één granaatscherf waard te zijn', zoals de Brigadier het uitdrukte.  Het is een stelregel dat niemand alleen rondloopt. Na ongeveer een mijl stopte hij en wees naar de omgeving: Hill 60, Hooge,  Bellewaerde Ridge. Hij zei: Als een scherpschutter toch schiet, schuil dan in het koren en kruip verder! Dus gingen we verder en raakten ongemerkt en ongedeerd in het bos. We werden door een modderige zigzag verbindingsloopgraaf geleid, dan door meerdere loopgraven onder een weg via een tunnel en zo in nog een loopgraaf waar het soms naar dode koeien rook. Ze vertelden ons  dat het inderdaad dode koeien waren. Daar leenden we periscopen en tenslotte aanschouwden we ons doel 45 meter verderop.

Major S.H. Cowan, OC 175 Tunnelling Company.

 

Van op het kasteel van Hoge en de heuvelrug van Bellewaarde hadden de Duitsers in juni 1915 een onbelemmerd zicht op de Britse posities. Het was duidelijk dat de Britten hier iets moesten ondernemen om de verloren posities terug te winnen. Ondanks een nijpend munitie tekort besloten de Britten om op 16 juni ’15 de hoger gelegen posities aan te vallen. Een van de eenheden die bij die aanval zou ingezet worden was de H.A.C. ( Honourable Artillery Company) die deel uitmaakte van het Territorial Army (nationaal reserveleger) en dat bestond uit vrijwilligers. In tegenstelling wat haar naam liet vermoeden bestond de Honourable Artillery Company zowel uit infanterie als artillerie.

 

Twee soldaten van deze eenheid schreven hun gevoelens en ervaringen neer. Soldaat Clapham schreef voor de aanval in zijn dagboek: “Iedereen is wat gespannen. Het wordt dan ook onze eerste echte show en wellicht is enige opwinding hier wel op haar plaats. Die voel ik ook, maar wil dat niet tonen.” Drie dagen later de 19de juni noteerde hij: “De 16de kregen wij zoveel gruwelijks te slikken dat ik bijna instaat ben om de hellevaart te herschrijven.”

 

De reactie van een andere soldaat uit dezelfde eenheid, die later ook zijn ervaringen neerpende over diezelfde aanval van 16 juni, stond in schril contrast met die van Clapham. Die soldaat was Alfred Oliver Pollard VC MC & Bar DCM (4 mei 1893 – 4 december 1960). Pollard was in juni ’15 nog een gewone soldaat, maar tegen het einde van de oorlog had hij in 1917 een VC verdiend en werd hij ook officier, na de oorlog stapte hij zelfs nog over naar de Britse Royal Air Force en werd er kapitein piloot tot in de helft van de jaren ’20. Als je zijn onderscheidingen ziet en dan leest wat hij schrijft, dan moet men tot het besluit komen dat hij geen gewone kerel was. Over 16 juni’15 schreef Pollard: “Eindelijk!” “Ik was zo opgewonden als een meisje bij haar eerste dans. Toch was ik niet tevreden. Wij mochten immers niet meteen mee ten aanval trekken, maar we moesten ons als ondersteuning opstellen achter de eerste linie. Ik was vreselijk ontgoocheld. De pret zou voorbij zijn voor wij de vijandelijke stellingen bereikten. Dat was tenminste wat ik toen in al mijn onwetendheid dacht. Zelf werd ik helemaal niet door sombere gedachten gekweld. Ik keek gewoon uit naar het avontuur, precies op de zelfde wijze als ik voor de oorlog uitkeek naar een spannend partijtje rugby. Ik wilde mezelf onderscheiden en ik was vastberaden om elke kans te grijpen. Ook ik wilde mijn bajonet dopen… Tegen het einde van de dag was het enthousiasme van Pollard wel omgeslagen in haat, hij verfoeide de Duitsers en wou er zoveel mogelijk doden…

 

Ondanks de felle Duitse tegenstand  en zware verliezen wonnen de Britten die dag wat terrein, maar de Duitsers bleven er hun dominante posities bezetten.

 

 

Meer artikels
Loopgraven & Banken. 07-12-2015
Chunuk Bair Turkije.

Op 7 december 1915 had het Britse kabinet in Londen besloten om de troepen aan het vastgelopen front op het schiereiland Gallipoli volledig te evacueren.

lees meer ...
Nécropole Nationale de Notre-Dame de Lorette. 06-10-2014
Ablain-Saint-Nazaire Frankrijk.

De heuvel van Notre-Dame-de-Lorette is een heuvelrug die in west-oost richting van het bos van Bouvigny loopt tot ten noorden van Souchez. De noordelijke hellingen zijn relatief zacht, terwijl de heuvel in het zuiden een relatief ruwe flank heeft, met een vijftal steile uitlopers die een belangrijke rol zullen spelen in de gevechten van 1914.

lees meer ...
The Beach Cemetery'The Man with a Donkey'. 11-05-2015
Ariburnu Turkije.

The Beach cemetery bevind zich in het gebied dat in 1915 bekend was als Hell Spit, het situeert zich aan de zuidelijke punt van Anzac Cove, de graven liggen tussen de Kelia - Suvla Road en het strand.

lees meer ...