Als zovelen popelde John Kipling (17 augustus 1897 - 27 september 1915) van enthousiasme om dienst te nemen in het Britse leger. Net als de meesten wou John dit avontuur zeker niet missen,hij wou absoluut zijn steentje bijdragen. Maar John zijn gezichtsvermogen, ondanks zijn bril, was zeer slecht, daardoor werd hij tweemaal afgekeurd voor de militaire dienst. Door de connecties van zijn beroemde en uiterst patriottische vader Rudyard Kipling (schrijver van Jungleboek en Nobelprijswinnaar literatuur) kon hij uiteindelijk toch dienst nemen bij de Irish Guards.
Na zijn officiersopleiding en vlak na zijn achttiende verjaardag werd onderluitenant Kipling in augustus 1915 naar Frankrijk gestuurd. Kort na zijn eerste actie tijdens de Slag om Loos, kwam hij op 27 september 1915 op de gewonden en vermistenlijst te staan. Achteraf verklaarden ooggetuigen dat ze hem hadden zien vallen met een nekwonde, maar door het hevige mitrailleur- en granaatvuur konden ze hem daar toen onmogelijk weghalen. Toen de strijd in de regio wat geluwd was slaagde men er niet in om zijn lichaam terug te vinden.
Vader Rudyard was ontroostbaar, hij voelde zich verantwoordelijk voor het lot van zijn enige zoon. Hij schreef daarover het volgende “Als U wordt gevraagd waarom we gestorven zijn, vertel hen dat dit komt omdat onze vaders ons hebben voorgelogen”. Zijn verdere leven werd gedeeltelijk bepaald door de zoektocht naar zijn gesneuvelde 'vermiste' zoon.
Rudyard Kipling werd een prominent lid van de Imperial War Graves Commission (nu is dit de Commonwealth War Graves Commission). Deze commissie was en is verantwoordelijk voor het aanleggen en het onderhoud van begraafplaatsen en de oorlogsgraven van het ganse Britse Rijk. Hij zorgde voor de selectie van de Bijbelse zinsnede 'Their Name Liveth For Everymore' dat op vele Commonwealth begraafplaatsen wereldwijd werd gebeiteld op de 'Stone Of Remembrance'. Rudyard's suggestie om de woorden 'Known Unto God' te gebruiken als epitaaf voor een grafsteen bij het stoffelijke overschot van een onbekende Britse of Commonwealth soldaat werd ook aanvaard.
Rudyard schreef in 1916 het beroemde gedicht: 'My boy Jack' en later ook de regimentsgeschiedenis van de Irish Guards. Hij was niet in staat om rechtstreeks te schrijven over het verlies van zijn zoon, het gedicht gaat over een zeeman, verlies, rouw en spijt. Vader Kipling stierf in 1936 zonder ooit te weten waar zijn zoon werd begraven lag en of hij wel een graf had. Misschien was zijn lichaam verloren gegaan in de modder van Loos en ligt hij nog steeds ergens ten velde?
In 1992 werd op het St Mary's Advanced Dressing Station Cemetery een grafsteen vervangen omdat men veronderstelde dat het graf van een onbekende luitenant 'Known Unto God' van de Irish Guards het graf was of is van John Kipling. Maar veel historici zijn uiterst sceptisch, de twijfel blijft zeker bestaan, enkel een DNA onderzoek zou hier duidelijkheid kunnen brengen. Luitenant John Kipling ( de rang van luitenant kreeg hij postuum) wordt nu ook nog altijd herdacht op de memorial van de vermisten in Dud Corner Cemetery. Hoewel zijn naam niet meer is vermeld op de online database van CWGM van deze begraafplaats.
My Boy Jack (1916)
Have you news of my boy Jack?'
Not this tide.
'When d'you think that he'll come back?'
Not with this wind blowing, and this tide.
'Has any one else had word of him?'
Not this tide.
For what is sunk will hardly swim,
Not with this wind blowing, and this tide.
'Oh, dear, what comfort can I find?'
None this tide,
Nor any tide,
Except he did not shame his kind -
Not even with that wind blowing, and that tide.
Then hold your head up all the more,
This tide,
And every tide;
Because he was the son you bore,
And gave to that wind blowing and that tide!