Wonder boven wonder bereikte ik de holle weg, buiten adem en de laatste meters een beetje springend tot ik de schuilplaats een granaattrechter in dook waar ik kon schuilen. Ik krabbelde overeind en keek in het rond, mijn God wat een aanblik! De hele weg lag bezaaid met dode en stervende mannen. Sommige lagen te ijlen, andere riepen om hulp en vroegen om water... en weer kregen we een spervuur van kogels om onze oren. Er lagen honderden doden, en de gewonde mannen probeerden zich kruipend in veiligheid te brengen, hun hartverscheurende hulpgeroep was bovenuit het lawaai van de kogels en de ontploffende granaten te horen. Terwijl ik hun moeizame pogingen om onze linie te bereiken gadesloeg, zag ik hoe de arme drommels plotseling overeind probeerden te komen om dan vervolgens als een hoopje ellende in elkaar te zakken en niet meer te bewegen. Granaten vlogen fluitend over mijn hoofd en kwamen tussen de arme donders neer, lijken werden de lucht in geslingerd en anderen werden uit hun lijden verlost. Rechts van me zag ik waar ons naburige bataljon, van de Royal Fusiliers, over de rand was gekomen. Ineens kwamen er een paar op onze frontlinie af, ze renden voor hun leven. De plotselinge doodsangst moet me vleugels hebben gegeven, want in een wip was ik uit de trechter en spurtte ik als een gek terug naar de holle weg.
Getuigenis van korporaal George Ashurst, 1st Lancashire Fusiliers.
De holle weg (Sunken Lane) lag in niemandsland. In de vroege ochtend van 1 juli trokken de 1st Lancashire Fusiliers naar de holle weg hun Jump Off punt voor de aanval. Toen de aanval begon om 7u28, werden de meeste Lancashire's reeds na enkele meters neergemaaid door Duits machinegeweervuur. De verliezen voor het bataljon waren bijgevolg erg groot, van de ruim 486 verliezen waren 163 doden te betreuren, 312 gewonden en 11 vermisten. Rond de middag van 1 juli 1916 was de holle weg een verzamelplaats voor de vele gewonden. In de avond werden de meesten weggebracht achter het front.Op 1 juli 1916 werd hier geen terreinwinst geboekt. Slechts op 13 november 1916 slaagden de 1/8th Argyll en Sutherland Highlanders erin om uiteindelijk Beaumont-Hamel in te nemen. Tijdens hun opmars werden vele gesneuvelde soldaten gevonden van de gevechten van 1 juli in de holle weg. Kort na de inname van Beaumont-Hamel werd gestart met de aanleg van de begraafplaats. Eerst onder de naam V Corps Cemetery N°23, de begraafplaats was in gebruik tot februari 1917.
Bedenking, op Beaumont-Hamel British Cemetery liggen er 179 militairen begraven bijna de helft (82) kon niet worden geïdentificeerd. Onder de geïdentificeerde militairen zijn er 16 Lancashire Fusiliers en 4 Royal Fusiliers die hier hun laatste rustplaats vonden.
Foto van de Lancashire Fusiliers in de holle weg (Sunken Lane) kort voor de aanval van 1 juli 1916.