Tegen het einde van de IJzerslag (18 - 31oktober 1914) moest het Belgisch leger plaatselijk wijken van aan de IJzerdijk. De Belgen zouden nu proberen stand te houden achter de berm van spoorlijn n °74, de lijn van Nieuwpoort naar Diksmuide. Doch ook hier was de situatie uitzichtloos. Gelukkig was men al begonnen met de onderwaterzetting van de vlakte tussen de spoorlijn en de IJzer, het traag stijgende water moest een natuurlijke barrière vormen tussen de strijdende partijen. 30 oktober 1914, om 05.00 uur zette het Duitse leger alles op alles. Hun aanvallen spreidden zich uit van Nieuwpoort tot Rijsel. Aan het IJzerfront ging o.a., ondanks het verweer van 5e Linieregiment, Ramskapelle verloren.
Het Duitse 48e infanterie drong door tot aan de westkant van het dorp. De Duitsers geraakten tot bij de dorpsmolen en installeerden er een mitrailleur, ook aan de dorpsrand werden er een aantal Duitse mitrailleurs opgesteld. Kerk en huizen werden tot puin herleid. De ontstane bres moest kost wat kost gedicht worden. Het 6de linie werd gealarmeerd. Het 6e Linie, een bataljon van het 7e Linie en twee compagnies van het 14e Linie, moesten de Duitsers terug achter de spoorwegberm jagen, twee Franse bataljons het 16e B.C.P. (Jagers te voet) en het 8ste bataljon Tirailleurs Algériens (Algerijnen) zouden hen hierbij helpen. Met steun van de Franse artillerie werd rond 6u 30 de tegenaanval ingezet. De Algerijnen trokken geestdriftig op, maar werden aan het Ramskapelleleed door de Duitsers neergemaaid. De overlevenden deinsden terug en werden opgevangen door het 6e Linie en het Franse 16e B.C.P.
Ondertussen steeg het water. In de morgen van 31 oktober werd er een nieuwe aanval ingezet. In korte golven en met de bajonet op het geweer rukten de Belgen en Fransen voorbij de molen. In de straten van Ramskapelle werd er furieus en lijf-aan-lijf geknokt. De Duitsers trokken achteruit. De spoorwegberm kwam weer in Belgische handen, maar de immense Duitse druk was te hoog om lang weerstand te kunnen bieden, alleen een snel stijgend waterpeil kon hier redding brengen. Met verbijstering stelden de Duitsers van het IIIe Reservekorps vast dat er steeds meer water kwam opzetten. Tegen de avond was hun positie tussen de spoorwegberm en de IJzeroever niet meer te houden, omstreeks 22uur beval het hoofdkwartier van het 4de Duitse Leger de terugtocht naar de rechteroever. Nadien werd het stationsgebouw van Ramskapelle versterkt en uitgebouwd tot een mitrailleurs- en observatiepost. Vanaf de opening op de tweede verdieping hadden verkenners een uitstekend vergezicht over de onderwater gezette IJzer vlakte.