Keiberg bij Yperen, den 28ste Oktober 1914.
Lieve ouders, lieve zuster!
Nu moet ik u de droeve boodschap brengen, dat onze goede, lieve Rudi op zondag 25 oktober, ‘s avonds om zeven uur tijdens de stormaanval op het dorp G., tegelijk met zovele anderen van ons regiment, gesneuveld is. Lieve ouders, hoe smartelijk dat verlies ook voor ons wezen moge, denkt u er toch aldoor aan, dat hij de schoonste dood gestorven is, die een Duitse jonge man kan vinden en dat duizenden andere Duitse ouders hun zonen ook voor het vaderland geofferd hebben. Rudi is pas vandaag vlak bij de vijandelijke loopgraven gevonden. Hij heeft bewezen, dat hij volop man en volop soldaat was, want de aanval was buitengewoon zwaar. Gelukkig heeft hij niet hoeven te lijden; het schot door zijn slaap heeft hem onmiddellijk gedood. Eerst vanmiddag heb ik gehoord, dat hij dood was. Wij dachten, dat hij licht gewond was. Beste ouders, ik smeek u nog eens, geeft u zich niet te veel over aan uw smart om de jongen. Hij heeft toch zijn leven gegeven voor ons, voor het door vijanden omringde Duitse vaderland, evenals zoveel anderen, die meekwamen uit Duitsland en nu in vreemde aarde rusten. Het beste met u allen. Hartelijke groeten van uw thans nog enigen zoon.
Kurt Lommatsch.