Na de 'Slag bij Mons' ( Bergen, 22 en 23 augustus 1914) werden de gesneuvelden begraven in voorlopige veldgraven of op gemeentelijke begraafplaatsen. In het voorjaar van 1916 waren de Duitsers op zoek naar een locatie voor een definitieve rustplaats. De Waalse familie Jean Houzeau de Lehaie was bereid om een stuk grond dat in Saint-Symphorien lag af te staan, maar wel op voorwaarde dat men er alle nationaliteiten zou begraven. De Duitsers waren akkoord en op 6 september 1917 werd de Duitse en Britse begraafplaats officieel ingehuldigd.
De gevechten bij Mons waren de eerste Britse militaire deelname aan de oorlog. De zestienjarige soldaat John Parr van het Middlesex Regiment raakte na een verkenningsmissie met de fiets, op 21 augustus, vermist. Niemand weet met zekerheid wat hem is overkomen. Men veronderstelt dat hij sneuvelde tijdens een confrontatie met een Duitse patrouille twee dagen voor de slag. Algemeen wordt aangenomen dat John Parr het eerste Britse slachtoffer was in W.O.I, de Britse bemanning van de Kruiser HMS Amphion buiten beschouwing gelaten. Dit schip werd op 6 augustus 1914, in het kanaal, tot zinken gebracht door een Duitse mijn.
Op deze begraafplaats werd ook George Edwin Ellison van het 5th Royal Irish Lancers begraven. Deze veertigjarige soldaat had de trieste eer om het laatste Britse oorlogsslachtoffer van W.O.I te zijn. George was vanaf het begin van de oorlog in dienst, en nam onder meer deel aan de 'Slag bij Mons 1914’. Tijdens een patrouille in de buurt van dat zelfde Mons, op 11 november 1918. Ongeveer 90 min voor de wapenstilstand, schoot een Duitse sluipschutter George Ellison een kogel in het hoofd!
Ook de Canadese soldaat George Lawrence Price van het van het 28th Canadian Infantry Battalion werd op die zelfde dag om 10u50 neergeschoten door een Duitse sluipschutter, dit gebeurde tijdens een verkenningsmissie in het dorpje Ville-sur-Haine. Hij stierf om 10hu58, slechts twee schamele minuten voor het officiële 'staakt het vuren'. George werd eerst begraven in Havre Old Communal Cemetery, en later herbegraven in het St. Symphorien military Cemetery. Deze 25 jarige Canadees wordt erkend als het laatste slachtoffer van het Britse Rijk in W.O.I. Ook verschillende Duitsers, die eveneens in de laatste uren van de oorlog sneuvelden, werden hier begraven. Op de begraafplaats prijkt er zowel één Duitse obelisk als het Britse 'Cross of Sacrifice', beide monumenten eren en herinneren hun doden. In de dood is iedereen gelijk!